– PERSBERICHT –

“Bureauwaardering” plaatst woningtaxateur in onmogelijke positie

Taxateur is expert vastgoedwaarde, niet in modelwaardes

 

Amsterdam, 10 mei 2021 – De EBA vaardigde al vorig jaar een richtlijn uit die het gebruik van modelmatige waarderingen zo goed als uitsluit bij het verstrekken van individuele hypotheken. Heel verstandig, want aan die modellen kleven forse risico’s, met alle nare gevolgen van dien voor individuele hypotheekgevers en uiteindelijk voor de banken en de stabiliteit van het financiële stelsel. Maar de inkt van de EBA richtlijn was nog niet droog of het Ministerie van Financiën, de Tweede Kamer en hypotheekverstrekkers riepen in koor dat het met die taxaties toch wel een tandje minder kon. Taxaties zouden veel te duur zijn.

Het TMI ontwikkelde eerder criteria voor een eenvoudig woningwaarderapport, bruikbaar voor taxaties voor alle doeleinden met uitzondering van een NHG hypotheek. Softwareleverancier fluX maakte dit modelrapport en het is sinds eind 2020 in gebruik. Kern van het verhaal: de taxateur zit in de drivers’ seat.

Ondertussen formeerde het NRVT een vakgroep met belanghebbenden bij modelwaarderingen en kwam met een concept dat nu is uitgewerkt met NVM, VBO en VastgoedPro: de “bureauwaardering”. Wat is dat precies? Is het een taxatie? “Nee”, roept men in koor. Maar waarom moet een taxateur dan kijken of de modelwaarderingen waarop de waardering wordt gebaseerd ergens op slaan? Waarom moet het NRVT (voluit Nederlands register Vastgoed Taxateurs) leveranciers van deze niet-taxatie-modellen gaan controleren? En waarom zou je de software voor deze “bureauwaardering” dan ophalen bij het NWWI, dat is opgericht om taxaties te valideren?

De rol die de taxateur krijgt toebedeeld lijkt voort te komen uit het feit dat zowel de EBA als IVS en EVS stellen dat een taxateur modelwaardes mag gebruiken ter onderbouwing van zijn conclusie. Door de taxateur verantwoordelijk te maken voor het resultaat van die modelwaardes verschaft dat die modelwaardes een schijn van legitimiteit. Aan die modelwaardes zelf verandert uiteraard niets, de taxateur kan de werking niet controleren want hij is geen modelwaarde-expert en aangezien hij verder niet veel doet is zijn rol als expert in vastgoedwaardes ook minimaal. De bedenkers van de “bureauwaardering” dwingen de partijen die de integriteit van de taxateur zouden moeten bewaken hem om zijn handtekening te zetten onder de conclusies van een model. Het is een schijnconstructie. De hypotheeknemer heeft er niets aan, de hypotheekgever evenmin en de taxateur gooit zijn integriteit te grabbel. Wel krijgen heel wat instellingen veel werk aan de “bureauwaardering”. En blijft het NWWI de belangrijkste verzamelaar van data die de taxateurs aanleveren.

Het is jammer dat de brancheorganisaties van makelaars, die tegenwoordig ook voor de taxateurs zouden moeten zijn, hieraan meewerken. Want het is al langer bekend dat er andere mogelijkheden zijn die de integriteit van de taxateur niet aantasten. Het Taxatiemanagementinstituut (TMI), dat eerder heeft bijgedragen aan het verbeteren van de kwaliteit van taxateurs commercieel vastgoed, heeft zoals gezegd vorig jaar een set van eisen opgesteld voor een eenvoudiger woningwaarderapport. Een rapport dat voor veel toepassingen geschikt zou moeten zijn, waaronder de hypotheekverhoging voor woningverbeteringen tot 90% van de Loan to Value.

De eisen die het TMI heeft gesteld aan een eenvoudiger woningwaarderapport heeft eind vorig jaar al geresulteerd in het nieuwe woningwaarderapport van fluX, dat door TMI taxateurs wordt gebruikt. In tegenstelling tot de “bureauwaardering” geeft dit rapport de taxateur wel degelijk een centrale rol. Hij waardeert een woning op basis van zijn expertise. Vervolgens wordt zijn conclusie op drie manieren getoetst. Op de eerste plaats moet de marktwaarde binnen de bandbreedte vallen die een model – indien beschikbaar – aangeeft. Op de tweede plaats moet een tweede taxateur een plausibiliteitsverklaring afgeven en tenslotte worden de rapporten steekproefsgewijs gecontroleerd door taxateurs van de TMI kwaliteitsstraat.

In tegenstelling tot de “bureauwaardering” doen de TMI eisen voor een woningwaarderapport recht aan de geest van de richtlijnen van EBA, IVS en EVS. Zij geven de taxateur de juiste rol, namelijk die van expert van vastgoedwaardes, niet die van controleur van modelwaarderingen. En zij bouwen een geruststellende serie controlemaatregelen in. Dat is goed voor de consument, financiers en voor de stabiliteit van het financiële stelsel. Dit model hoeft niet in de markt gezet te worden, het is er al. En niet zoals de “bureauwaardering” net op de valreep, vlak voordat het gebruik van de modelwaarderingen op 30 juni 2021 wordt verboden.

Over het TMI

Het TMI is een onafhankelijke stichting die als enig doel heeft de kwaliteit van taxaties en taxateurs te bevorderen. Het TMI werkt hiertoe samen met alle personen en organisaties die aan dit doel willen bijdragen. Het TMI werkt hiertoe samen met alle personen en organisaties die aan dit doel willen bijdragen. Het TMI heeft zich aanvankelijk gericht op taxaties commercieel vastgoed. Inmiddels richt het TMI zich ook op de verbetering van de kwaliteit van woningtaxaties.

———————————————————————————————————————

Voor meer informatie:
Zwany van Brussel, Stichting Taxatie Management Instituut | TMI

Email: info@taxatiemanagementinstituut.nl
Tel.: +31 85 1301277
www: www.taxatiemanagementinstituut.nl