Doel TCV

De Taxatierichtlijn Commercieel Vastgoed vormt de inhoudelijke basis van het taxatierapport. Een richtlijn die voortkomt uit reeds bestaande theoretische en praktische normen. De Taxatierichtlijn dient als richtlijn voor taxaties van commercieel vastgoed en omvat randvoorwaarden voor de opdrachtverlening, onderzoekvereisten, uitvoering en verslaglegging van taxaties.

Het gebruik van de Taxatierichtlijn Commercieel Vastgoed en een door TMI gecertificeerd taxatiesysteem maakt commercieel vastgoedtaxaties inzichtelijk, vergelijkbaar en kwalitatief toetsbaar. Een initiatief door en voor taxatieprofessionals in de commerciële vastgoedsector om te gaan werken vanuit dezelfde uitgangspunten. Gebruik van dezelfde uitgangspunten als inhoudelijke basis, biedt opdrachtgevers de garantie dat taxaties voldoen aan de hoogste kwaliteitsstandaards in de markt én dat deze onderbouwd zijn.

TCV in de markt

Enerzijds sluit de Taxatierichtlijn Commercieel Vastgoed aan bij bestaande kaders en standaarden op dit gebied, zoals de IVS/IFRS-regelgeving. Anderzijds is het rapport met bijlagen zo toegankelijk en hanteerbaar mogelijk gemaakt voor een grote groep taxateurs. De Taxatierichtlijn Commercieel Vastgoed is een aanvulling op en geen vervanging van bestaande standaards.

TMI voldoet aan de PTA aanbevelingen, zowel in richtlijn als rapportage. Om dit inzichtelijk te maken voor opdrachtgevers en taxateurs stelt TMI een equivalentietabel beschikbaar. Daarnaast is de TMI rapportage volledig EVS en NRVT proof.

In de Taxatierichtlijn Commercieel Vastgoed is vastgelegd dat er in het TMI taxatierapport geen executiewaarde gebruikt mag worden. De executiewaarde wordt niet als waardebegrip toegepast omdat een aantal essentiële elementen uit het Marktwaarde begrip ontbreken en het de marktwaardebasis ontzegt. Bij veel banken wordt er echter nog wel gevraagd om de executiewaarde. Daarom heeft het TMI een brief beschikbaar gesteld aan TMI taxateurs waarin de omissie van het waardebegrip executiewaarde wordt weergegeven en helder uitgelegd waarom de executiewaarde in een TMI Taxatie ontbreekt.

Belangrijkste verschillen TMI Norm versie 2024.1 en 2025.1

1. Voorpagina

2024.1: September 2024 – Versie 2024.1
2025.1: September 2025 – Versie 2025.1

2. DCF Residentieel – Huurplafond

2024.1 (p. 6-7):
Bij uitpondscenario moeten woningen die bij aanvang leeg staan en woningen die muteren worden verhuurd rekening houdend met een wettelijk huurplafond van €850 per maand per woning. Dit bedrag wordt niet geïndexeerd.

2025.1 (p. 6-7):
Bij uitpondscenario idem, maar rekening houdend met een door de taxateur op te voeren huurplafond. De taxateur kan aangeven of dit huurplafond wel of niet geïndexeerd wordt.

3. DCF Residentieel – Verhuurdersheffing

2024.1 (p. 14):
Beschrijft uitgebreid de Verhuurdersheffing (grondslag WOZ-waarde, verschillende mogelijkheden: geen, toepassen, -10 of -50 vhe’s). Ook komt dit terug bij de correcties: “Correctie verhuurdersheffing na de beschouwperiode”

2025.1:
De passages over Verhuurdersheffing en correctie verhuurdersheffing zijn volledig verwijderd.